Op zondag 3 januari heeft de Slevrouwe-parochie afscheid genomen van pastoor Kurris.
Aan het einde van een indrukwekkende Hoogmis, waarin pastoor Kurris ons voor de laatste keer als pastoor voorging, hield Maurice Verhey als secretaris van het kerkbestuur de volgende toespraak:
“Boe moot iech beginne?
Die gedachte kwam bij mij op toen ik een paar dagen geleden aan deze toespraak begon.
En bijna hetzelfde als wat menier pestoer dacht, toen hij nu ruim 15 jaar geleden hier naar de Slevrouwe kwam. Toen de bisschop hem – toen toch ook al op een respectabele leeftijd – vroeg om deze eervolle, maar ook zeer intensieve taak op zich te nemen.
Boe moot iech beginne?
In zijn eerste gesprekken met het kerkbestuur destijds heeft hij dat ook al meteen duidelijk aangegeven: ‘Jullie moeten niet menen dat ik het een eer vind….’
Een aantal jaren geleden stond ik hier ook, toen u uw gouden priesterjubileum vierde en wij dit, zoals we dat hier gewend zijn, op een grootse wijze gevierd hebben. Toen mocht ik, als nieuw kerkmeester, hier het woord voeren om menier pestoer in rake bewoordingen toe te spreken en te feliciteren.
Boe moot iech beginne?
Een portret van een duizendpoot, die naast zijn pastorale roeping ook nog een energiek manager en een excellent musicus genoemd mag worden.
Op de eerste plaats is menier pestoer natuurlijk 15 jaar pastoor geweest van de Slevrouwe. Een herder voor een beperkt gezelschap parochianen; de Slevrouwe-parochie heeft in een binnenstad nu eenmaal niet zo veel inwoners, maar daarnaast een grote groep bezoekers van buiten, die zich als voorkeursparochiaan en als Maria-vereerder al snel aangetrokken voelen door de warmte en openheid van de Sterre der Zee in de stad Maastricht.
Pastoor Kurris staat voor zo’n open kerk. Iemand die dag en nacht aandacht heeft voor de ander, en ieder signaal, hoe subtiel ook, feilloos weet te peilen en er vervolgens ook direct iets mee doet. Daar heb je een zeer gevoelige antenne voor nodig, iets dat hij zeker heeft. Wat hij niet kent is het woord ‘nee’, dat komt in zijn vocabulaire niet voor.
Of het nu gaat om een doopsel, een huwelijk of een overlijden, de begeleiding is professioneel en van hoge kwaliteit. Daarnaast is zijn begeleiding doorspekt van een warme betrokkenheid wat leidt tot een natuurlijke band tussen pastoor en familie en vrienden. Zeker in het geval van ziekte en overlijden, wanneer de pijn het hardste snijdt, gaat daar een bron van kracht en troost van uit. Het woord pastoor krijgt dan steeds meer de betekenis van het Zuideuropese ‘père’ of ‘padre’. Een echte vader voor iemand die in nood is of iemand die behoefte heeft aan een goede raad.
Zo denk ik dat iedereen hier aanwezig zijn eigen waardevolle momenten heeft in de band die men heeft met menier pestoer. Het feit dat wij vandaag hier met zo velen samen zijn, getuigt ervan dat hij hier in de Slevrouwe meer dan terecht op handen gedragen wordt.
Als een echte vader neemt hij ook de verantwoordelijkheid voor het huis, waar de familie dagelijks kerk viert. In ons geval een van de schitterendste rijksmonumenten, die ons land telt.
Maar wie in een oud huis woont, kent ook de lasten. Je bent altijd bezig met onderhoud, klein of groot.
Doordat hij er mee voor gezorgd heeft dat de gebouwen op dit moment in een uitstekende staat van onderhoud verkeren, kan hij trots zijn deze kerk in deze staat over te dragen aan hen die na ons komen.
Zo is onder zijn pastoraat de oude school aan de Stokstraat verbouwd tot een schitterend parochiehuis annex winkelruimte en appartement. Zo is de kerk zelf in die 15 jaar voorzien van vier nieuwe torens en werden en passant ook nog de pandhof, het retabel van de Sterre der Zee en het pleintje aan de Stokstraat (een echt visitekaartje van de kerk) opgeknapt.
Financiering van dit alles dreven het kerkbestuur en met name de penningmeester vaak tot wanhoop, doch menier pestoer vertrok op zijn witte Franse sportfiets, met zijn zwarte aktentas onder de snelbinder richting provincie of gemeente om de heren aldaar er fijntjes op te wijzen dat ook zij hun verantwoordelijkheid hadden in de instandhouding van dit hoogwaardig stuk cultureel erfgoed.
Daarnaast borrelde onder zijn karakteristiek aureool een onuitputtelijke bron van ideeën en initiatieven, om een en ander financieel te realiseren. Denk hierbij aan de overheerlijke Slevrouwe-tuurtsjes op 15 augustus, de totstandkoming van een succesvolle Maria-glossy of de zeefdrukkken van Chrit Rousseau.
En al brachten laatstgenoemde acties dan wel niet de grote bedragen binnen om grote renovaties te kunnen realiseren, hij kreeg hiermee wel de noodzakelijke aandacht, waardoor andere geldstromen succesvol konden worden aangeboord.
Menier Pestoer was ook een pastoor van een Slevrouwe waar hij volop de mogelijkheden kon benutten van zijn andere professie, nl. die van musicus.
Als hooggewaardeerd en zeer gelouterd kenner van het Gregoriaans kwam hij hier volledig aan zijn trekken. Met aan zijn zijde zijn eigen leerling Hans Leenders stuwde hij de Gregoriaanse Hoogmis van de zondag naar grote hoogte. Het is dan ook niet voor niets dat het Basilicakoor en de Schola Nova hem tijdens hun laatst gehouden Caeciliafeest benoemden tot erelid van het koor vanwege zijn jarenlange toewijding en buitengewone betekenis als pastoor, initiator en stimulator. Tijdens de laatste editie van Musica Sacra, waarvan hij ook vele jaren de voortrekker is geweest, werd wat dat betreft de kroon op het werk gezet met de uitvoering van de door Hans Leenders geschreven ‘Missa Fons Bonitatis’. Hiermee werd nogmaals onderstreept in hoeverre deze menier pestoer geliefd is in alle geledingen van deze parochie.
15 jaar pastoor Kurris heeft wel tot iets geleid hier in de Slevrouwe. Eén grote familie die hun pastoor op handen dragen. Met tientallen vrijwilligers, die als vanzelfsprekend deel uitmaken van de Slevrouwe-familie. Of het nu gaat om de misdienaars, de acolieten, het pastoraal team, de dames en heren van het accueil, de schatkamer of het koor, de leden van de broederschappen en het dragersgilde, de kosters, de dames van de schoonmaak en de bloemversiering, de administratie of het kerkbestuur: wij zijn allemaal familie! En menier pestoer is als pater familias eigenlijk niet meer weg te denken uit de Slevrouwe.
Als we ieder jaar aan het einde van de zomer hier in de pandhof voor al deze vrijwilligers een barbecue houden, kun je goed zien wat dat inhoudt. Een familie-avond met veel vertier, alles rond de pastoor, die zich als een contente vader in dit warm bad laat zakken.
Menier pestoer is altijd consequent geweest als het gaat om het onderhouden van vaste getijden in de kerk. Zo worden in onze basiliek nog iedere ochtend, voorafgaand aan de ochtendmis de lauden gebeden en gezongen. Plichtsgetrouw, soms met maar een enkeling in de kerk.
Toch zijn ook deze kleine gebedsmomenten niet weg te denken uit de Slevrouwe.
Wat bij velen altijd grote indruk maakt, en wat wij denk ik het meeste gaan missen zijn de karakteristieke gezangen van menier pestoer. Zeker een gezang als het Salve Regina staat je hierbij na.
Of je nu in de kerk zit, of dat je bezig bent in de sacristie, het parochiehuis of de kruisgangen, als het Salve Regina klinkt, is dat zoiets als een wake-up call. Iedere dag, iedere ochtend aan het einde van de lauden.
Salve Regina, Mater Misericordiae, vita dulcedo et spes nostra, salve.
Vertaald: Wees gegroet, koningin, moeder van barmhartigheid, ons leven, onze vreugde en onze hoop, wees gegroet.
Een tekst waar wij veel vertrouwen uit putten. Onze vreugde en onze hoop!
Of, zoals u het zei tijdens de preek op 8 december, het feest van de onbevlekte ontvangenis van Maria: In de bijbel komt de uitspraak ‘Vreest niet!’ 365 keer voor.
Vreest niet. Iets wat ons zeker ook op deze dag voor ogen moet staan, wanneer wij afscheid moeten nemen van uzze menier pestoer en we nog enigszins schuifelend uitzien naar de nieuwe. Vreest niet!
Laten we ons met hulp van O.L. Vrouw Sterre der Zee vol vertrouwen daarvoor openstellen.
Maar dat vertrouwen geldt ook voor u! Vreest niet! Wees ervan overtuigd dat ook wanneer u hier geen pastoor meer bent, u nog altijd bij ons blijft, en niet alleen in gedachten!
Vandaar ook het idee om met die 2 regels van het Salve Regina aan de slag te gaan als het gaat om uw afscheid.
En wie kan ons daar beter bij helpen als onze eigen huis-kunstenaar Joost Jeuken. In de gesprekken die ik samen met hem had over een kado, borrelden bij hem al snel allerlei ideeën boven. Toch sprong er eentje direct uit, en was een keuze snel gemaakt.
Joost heeft op een werkelijk schitterende wijze een combinatie gemaakt tussen het Salve Regina, de Slevrouwe, Maastricht, en het Gregoriaans. Resultaat is een uniek reliëf in brons, dat ik u hierbij namens de parochie, namens ons allemaal mag aanbieden als herinnering en als dank voor alles wat u in al die jaren gedaan heeft voor us Slevrouwe.
Menier pestoer, ik denk dat ik spreek namens iedereen hier aanwezig, maar ook namens nog meer mensen hier niet aanwezig, als ik u dank voor de mooie jaren die wij samen hadden hier in de Slevrouwe. Dank voor alle vriendschap en warmte. En nogmaals: vandaag is zeker geen eindpunt, maar hooguit een kwestie van overstappen: van de intercity van de Slevrouwe naar de wat rustigere boemel van de Pieterstraat.
Wij hopen u nog vele jaren in ons midden te hebben, al is het dan niet als menier pestoer, dan toch in ieder geval als ‘père’!”